frans-antwoorden.nl
Wilt u reageren op dit bericht? Maak met een paar klikken een account aan of log in om door te gaan.
Zoeken
 
 

Geef resultaten weer als:
 


Rechercher Geavanceerd zoeken


Hoofdstuk 14 Opdracht 01 t/m 21

Ga naar beneden

Hoofdstuk 14 Opdracht 01 t/m 21 Empty Hoofdstuk 14 Opdracht 01 t/m 21

Bericht  SoepVanDeDag za feb 18, 2012 12:15 pm

1 Hoek linksboven.

2 Voornamelijk voor de kust: rotsen afgewisseld met stranden. Ook komen veel mensen kijken naar de menhirs en de hunebedden en de middeleeuwse kerken.
3 a Degemer mat.
b -
4 a B
b C
5 a C b A c B


2 1 l’arrivée
2 devoir
3 changer
4 la gare
5 le voyage
6 savoir
7 voir
8 ne ... plus
9 toujours
10 vouloir
11 pouvoir
12 croire
13 peut-être
14 téléphoner, appeler
15 dire
16 inviter
17 laisser
18 tellement, comme ça
19 ou
20 le mois


3 1 A
2 B
3 C
4 B

4 1 Hij heeft over moeten stappen.
2 Zijn oma is naar het station gekomen om hem af te halen.
3 Het is een beetje krap.
4 Ik zie hem niet meer.
5 Hij heeft zijn boot verkocht.
6 Het is een vierpersoons, tweedehands catamaran.
7 Zijn brommertje.
8 Tochtjes maken, naar het strand gaan of naar
Dinard.
9 Dat het deze week mooi weer zal zijn, daarna weet ze het niet.
10 Dan moeten we ervan profiteren!

5 A 1 a Je ne le vois plus.
b Il t’emmènera en mer.
c Il l’a acheté d’occasion.
d Papy t’a laissé sa mobylette.
2 Ja, bij hem, haar en hen is het belangrijk, omdat daar verschil is tussen het lijdend voorwerp en het meewerkend voorwerp.
3 Vóór de persoonsvorm.
B 1 Je ne le vois pas.
2 Tu lui dis bonjour?
3 Papy la donne à Cédric.
4 Nous leur avons donné un beau cadeau.
5 Vous l’invitez pour la fête?
6 Oui, nous l’avons invité.
7 Je lui ai souhaité bon voyage.
8 Tu les reverras la semaine prochaine?


6 1 Je t’écoute.
2 Où est le livre? Tu l’as trouvé?
3 Je vous réponds.
4 Son bateau? Il l’a vendu.
5 Tu m’entends?
6 Tu nous invites aussi?
7 Nous vous attendons. / On vous attend.
8 Où est le pain? Vous l’avez mangé?


7 B 1 Cédric doit changer.
2 Sa grand-mère est venue à la gare.
3 Grand-père a eu un bateau.
4 Grand-père voudra rester dans la baie.
5 Tu viendras demain, Julien?
6 Je ne sais pas.
7 Cédric et Julien ont été à Dinard.
8 Il a fait beau.
9 Les garçons ont vu le cata(maran).
10 Ils feront des balades.
9 1 la voiture
2 beaucoup
3 traverser
4 Le TGV
5 la ville
6 le repas
7 emmener
8 serré
9 vieux
10 laisser


13
Voorbeeld:

Dinan, le 16 août 20.. Chère Marion,
Je suis en Bretagne chez mon grand-père et ma grand-mère.
Il fait beau, il fait du soleil et il ne pleut pas.
Je t’envoie une photo. C’est le catamaran de mon grand-père. Sur le cata, tu vois mon grand-père, Julien et moi.
Grand-père nous emmène souvent en mer. C’est formidable!
Merci pour ta lettre. C’est bien ici, mais je voudrais être en Martinique, avec toi.
Tu vas m’écrire bientôt? J’attends ta lettre.

Je t’embrasse! Cédric


14 A a + 5, b + 9, c + 4, d + 3, e + 12, f + 14,
g + 6, h + 1, i + 13, j + 15, k + 10, l + 16, m + 11, n + 8, o + 7, p + 2.
B 1 Wat onderscheidt een ‘Diwanschool’ van een gewone middelbare school?
2 Een ‘Diwanschool’ is een school waar Bretons wordt gesproken. Je leert het ook lezen en schrijven en krijgt de helft van
de lessen in het Bretons.
3 Dat haar vriendin, die uit Guadeloupe komt, ook Bretons heeft leren praten.
4 Dan leer je gemakkelijker andere talen.
5 Het is een kleine school, die heel anders is dan andere scholen. Ze zijn allemaal vrienden van elkaar en de leraren doen heel veel voor hen.
6 Ze gaan naar het ‘lycée Diwan’, de bovenbouwschool, in Carhaix.
7 Zeg ons (eens) een paar woorden in het
Bretons.
8 a noz vad
b bihan
c tad
d kenavo


15 1 Heb je een goede reis gehad?
2 Luister je naar me?
3 Mijn boot? Ik heb hem verkocht.
4 Hij zal je meenemen, als je wilt.
5 Ik wacht op jullie.
6 Heb je hem het boek gegeven?
7 Ja, ik heb het gegeven.
8 En je vrienden, nodig je hen uit?
9 Het weerbericht is goed, weet je!
10 Dan moeten we ervan profiteren!


16 1 het standbeeld
2 de rots
3 de zeeman
4 varen
5 gewoon
6 het woord
7 de kleuterschool
8 schrijven
9 de helft
10 het vak
11 trouwens
12 tweetalig
13 gemakkelijk
14 de moeilijkheid
15 welterusten!


18
De oplossingen van de proeftoets Kennis staan aan het einde van afdeling 5.
19 A 1 Voorbeeld: Het is een ridder uit de Middeleeuwen. Hij komt voor in het boek Verschroeide Aarde van Thea Beckman.
B 1 Hij was heel erg lelijk.
2 Zijn moeder wilde niet voor hem zorgen en zijn broers en zussen wilden niet met hem spelen.
3 Hij had een legertje van dorpskinderen opgebouwd en wilde oorlogje spelen. Zijn vader hield niet van die oorlogsspelletjes.
4 In Rennes was een groot toernooi met beroemde ridders, maar Bertrand was nog te jong om mee te mogen doen. Een mysterieuze ridder won alle wedstrijden.
Toen hij zijn gezicht liet zien, bleek het de zeventienjarige Bertrand te zijn! Hij was
de held van de dag.
5 Tijdens de Honderdjarige Oorlog verjoeg hij de Engelsen uit Rennes.
6 Heer Charles de Blois slaat hem tot ridder.
7 Ze gingen door met stelen en vermoordden de boeren.
8 De zoon van de Engelse koning.
9 Tijdens de oorlog in Spanje tussen Castilië en Aragon kwamen Engeland en Frankrijk weer tegenover elkaar te staan.
10 Alle meisjes van Frankrijk gingen wol spinnen en dit verkopen om de losprijs van honderdduizend florijnen te betalen.
11 Het hoofd van alle Franse legers.
12 Tijdens het beleg van een stad in het zuiden overleed Bertrand en al zijn soldaten huilden. De gouverneur van de belegerde stad kwam toen alsnog naar hem toe om hem de sleutels van de stad te brengen. Nu had hij toch gewonnen.
20 1 kan oversteken groter eenvoudige
als of nodig
2 De trampoline.
3 Keukens, eethoek en slaapruimtes.
4 Achter in de reuze-catamaran.
5 Hij zendt de beelden van zijn tochten, zijn races, aan de media.
6 Snelheidrecords breken.
7 B
8 a Je moet met tien man zijn om hem te hijsen.
b Dit duurt meerdere minuten.
c Het grote zeil is 350 m2.
9 Het record van de reis om de wereld gebroken en hiermee de Jules Verne-trofee gewonnen.
10 Hij heeft er minder dan 65 dagen over gedaan.


21 1 de ridder
2 lelijk
3 een leger
4 de oorlog
5 de veldslag
6 doden
7 de gevangene
8 de knie
9 natuurlijk
10 het gaat om
11 verdienen
12 behalen, winnen
SoepVanDeDag
SoepVanDeDag
Admin

Aantal berichten : 290
Registratiedatum : 02-10-10
Leeftijd : 28
Woonplaats : Noord-Holland

Terug naar boven Ga naar beneden

Terug naar boven

- Soortgelijke onderwerpen

 
Permissies van dit forum:
Je mag geen reacties plaatsen in dit subforum